Gaivosa Vintage 2020 (37,5 cl)

Onthult een grote aromatische fijnheid, met zeer mooi en rijp fruit maar beheerst en fris. Gepolijste tannines, goed uitgebalanceerde zoetheid en zuurgraad. Donkere ondoorzichtige robijnrode  granaat kleur en violette reflecties. Nuances van rijpe vijgen, bosbessen en gedroogd fruit, onderlegd met Aranzini. Kruidige, zoete pruimen, gemiddelde complexiteit, zoete kersen in de afdronk, minerale tonen, subtiele tannines in de afdronk.

Een heerlijk digestief, maar kan ook worden vergezeld van rijke oude kazen, pure chocolade of chocolademousse.
Serveren op temperatuur bij 12 - 15ºC. Decanteren voor het serveren. Na opening maximum 2 dagen houdbaar. 

De familie Alves de Sousa presenteerd met trots een onderscheidende lijn portwijnen, die al het werk, de aandacht en het diepe respect voor port weerspiegelen, met het altijd persoonlijke tintje van Alves de Sousa.
Wijnproductie is een familietraditie voor Domingos Alves de Sousa: zijn vader (Edmundo Alves de Sousa) en grootvader (Domingos Alves de Sousa) waren al Douro-wijnmakers. Maar Domingos Alves de Sousa omarmde aanvankelijk een andere carrière. Nadat hij een diploma burgerlijk ingenieur had behaald, kon hij de dubbele aantrekkingskracht (land en bloed) echter niet weerstaan ​​en gaf hij in 1987 zijn activiteit op om zich uitsluitend te wijden aan de exploitatie van de boerderijen die hem als erfenis toekwamen en die hij later aan anderen toebedeelde.
De evolutie van de wijnbouwactiviteit heeft interessante, bijna paradigmatische aspecten en verdient een stukje geschiedenis. Lange tijd was het leverancier van de bekende en prestigieuze bedrijven Casa Ferreirinha en Sociedade dos Vinhos Borges. 

Net als veel andere Douro-wijnbouwers, getroffen door de recessie waarin de afgebakende regio kampte, wendde hij zich tot het waarderen van de ‘overblijfselen’ van portwijn, dat wil zeggen weidewijn uit de Douro, die tot dan toe traditioneel ondergeschikt was aan royale wijn. Natuurlijk vereiste deze radicale verandering in houding meer dan alleen maar goede wil en de wens om te slagen: er was technische en professionele training voor nodig. Zo volgde hij cursussen in wijnbouw en oenologie en ging, gewapend met deze ballast, aan de slag met de herstructurering van zijn wijngaarden en, vastbesloten zijn eigen weg te gaan als producent-bottelaar, bouwde hij de kelder in zijn Quinta da Gaivosa waar hij voortaan de wijn zou vinificeren. Na enkele experimenten met verschillende druivensoorten te hebben uitgevoerd, selecteerde hij de druivensoorten die het meest geschikt bleken om de beste Douro-wijnen met oorsprongsbenaming te produceren. Daarmee produceerde en bracht hij medio 1992 wat zijn eerste wijn zou zijn : Quinta do Vale da Raposa wit 1991, die kenners onmiddellijk boeide en de beste referenties verdiende. Het was het begin van een reis vol successen die zich tot vandaag heeft voortgesleept en waar we morgen zeker nog over zullen horen.